zaterdag 18 januari 2014

mijn evaluatiekoffer

Beste bloggers,

Hier kan je enkele methodieken vinden om muzisch te evalueren in de klas voor verschillende graden gericht op het proces, de beleving en het product.

De methodieken die ik heb al uitgeprobeerd heb tijdens mijn stage van eerste leerjaar zijn:

Een pluim voor elkaar
De leerlingen zitten in een kring en krijgen elk een pluim van de leerkracht. De leerlingen mogen één voor één deze pluim aan iemand geven. Vervolgens verantwoorden ze waarom ze deze pluim aan die bepaalde leerling hebben gegeven.

Deze methodiek heb ik gebruikt bij de beeldactiviteit: herfstdiertjes maken uit klei. De leerlingen gaven elkaar een pluim. Ik heb ervaren dat ze het leuk vonden om elkaar eens in de watten de leggen met een compliment over het werkje. Ik had in het begin wat schrik dat ze alleen hun beste vriend of vriendinnetje een pluim gingen geven. Dit was niet het geval omdat ze moesten verwoorden waarom. Om de leerlingen goed te begeleiden heb ik vragen gesteld. Aan de hand van de vragen kwamen we tot goede bespreking van de werkjes.

mijn zelfbedacht idee

Smiley zonder gezicht
De leerlingen kregen een blad waar een smiley opstaat zonder gezicht. De leerlingen tekenen het gezicht van de smiley naargelang ze zich voelen tijdens de activiteit of op het einde van de activiteit. De leerlingen steken de smiley in de lucht en worden klassikaal besproken.

Deze methodiek heb ik gebruikt bij de activiteit waar de leerlingen zelf bewegingen op een gedicht moesten uitvinden. Alle leerlingen hadden een lachende smiley getekend, ik vond het super om te weten dat ze het leuk vonden. Na een verdere bespreking vertelden de leerlingen dat ze het bedenken van de bewegingen het leukst vonden.  De smiley sluit aan bij de leefwereld van de kinderen.

Instrumenten
De leerlingen kiezen een instrument dat hen aanspreekt of just niet. Ze verwoorden hun indrukken en gevoelens aan de de hand van een zelfgekozen instrument. Met muziek kunnen de leerlingen verschillende emoties uiten.

Andere methodieken die je kan vinden in mijn koffer:

De strandbal
De leerlingen zitten in een kring. De strandbal wordt naar elkaar gegooid. wanneer een leerling de strandbal vangt, leest hij/ zij de zin voor die bovenaan op de strandbal staat en vult de zin aan. Nadat de leerling heeft geantwoord, gooit hij of zij de bal weer naar iemand anders.

Op de bal staat:
- deze les vond ik .....
-het leukste was.....
-het moeilijkste was.....
-vandaag leerde ik.....
-wat me van deze les bijblijft is....
-wat zou ik anders doen de volgende les....
- wat neem ik mee naar de volgende les....


Stripfiguren
De leerkracht start een kringgesprek en legt verschillende stripfiguren in het midden van de kring. De leerlingen nemen een stripfiguur dat de gevoelens of de situatie uitbeeldt dat de leerling voelde tijens de activiteit. De leerlingen verwoorden hun gevoelens en indrukken via een vergelijking met de stripfiguur

Houdingen
Elke houding drukt een gevoel uit. De leerlingen staan verspreidt in de klas. De leerkracht stelt een vraag, de leerlingen nemen een houding aan. Na elke vraag wordt de houding van een leerling besproken.

enkele voorbeelden van houdingen
liggen = ik geniet er nog steeds van
bolletje maken = ik vond het niet zo leuk
...

De seizoenen
De leerkracht legt de prenten van de seizoenen in het midden van de kring. De leerlingen wijzen een prent aan die hun gevoelens het best verwoordt. Ze mogen hun eigen invulling geven aan de prenten. Elke leerling kan aan de prenten een eigen interpretatie geven. bv: de winter kan voor de ene leerling tof zijn, zijn interpretatie is positief. De andere leerling vindt de winter niet leuk, zijn interpretatie is negatief.
Duimen
Elke leerling krijgt een goede duim en een flopduim. De leerlingen die de activiteit leuk vonden steken de 'goede duim' in de lucht. De leerlingen die de activiteit niet leuk vonden steken de 'flopduim' in de lucht. De leerlingen verwoorden ook waarom.


Vertelstok
De leerkracht houdt een kringgesprek met de leerlingen. In het kringgesprek wordt een vertelstok of een onderwerp dat padt binnen het thema doorgegeven op muziek. Als de muziek stopt, vertelt de leerling die op dat moment de stok/ voorwerp vast heeft iets over de activiteit. De leerling kan onver zijn eigen ervaringen en indrukken vertellen maar ook over die van anderen.

Muzoboek
Elke leerling krijgt in het begin van het schooljaar een schrift. Het kaft van het schriftje mogen ze zelf volledig creatief bewerken. zo wordt het een persoonlijke muzoboek. Na elke mzische activiteit krijgen de leerlingen tijd om hun indrukken en ervaringen te noteren of te tekenen. De leerlingen die ietts willen vertellen over de muzoactiviteit krijgen daar ook de kans voor.


Vuilniszak, reiskoffer en schatkist
Elke leerling krijgt 3 papiertjes. Op het eerste papirtje schrijf je iets wat tegengevallen is en je zo snel mogelijk wilt vergeten. Dit papiertje belandt dan in de vuilniszak.
Op het tweede papiertje schrijf je iets wat je bijgeleerd hebt en wat je wil meedragen. Dit gaat in de reiskoffer.
Op het derde papiertje schrijf je iets wat je altijid zal koesteren en dat gaat acht slot en grendel in de schatkist.

De muzo- dobbelsteen
Elke leerling gooit met een dobbelsteen. Afhankelijk van het aantal ogen moeten ze antwoorden op een andere vraag.
1: De leerlingen zeggen iets over het thema
2: De leerlingen vertellen over hoe ze de activiteit beleefd hebben
3: De leerlingen zeggen iets over wat we gedaan hebben en wat ze het leukst vonden.
4: De leerlingen vertellen wat ze minst leuk vonden aan de activiteit
5: De leerling vertelden wat ze van de opdracht vonden
6: De leerling vertellen wat ze vonden van de sfeer tijdens de activiteit

Gevoelsthermometer
De leerkracht geeft bij de start van de activiteit een gevoelsthermometer en 3 gevoelsmannetjes aan alle leerlingen van de klas. Tijdens het proces vraagt de leerkracht aan de leerlingen om hun gevoelsmannetje op de juiste plaats bij de thermometer te kleven. Dit vraagt de leerkracht op 3 verschillende momenten. Op het einde zie je hoe de leerlingen de activiteit ervaren hebben. Na de activiteit komt er een korte bespreking.

De kleurenwaaier
De leerlingen kiezen een kleur dat bij het gevoel past dat ze hebben over de activiteit. De leerlingen verwoorden waarom ze die kleur gekozen hebben.

De woordenwaaier
De leerlingen kiezen een woord dat bij het hun indrukken past dat ze hebben over de activiteit. De leerlingen verwoorden waarom ze dat woord gekozen hebben.

Al deze methodieken zitten in een koffer: mijn muzokoffer.
Deze koffer kan je altijd nog verder aanvullen met vershillende evalutiemethodieken.

Bronnen

evaluatiemethodieken steunpuntjeugd. Pdf


Tot de volgende de keer bloggertjes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten